Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

 

Artikel 63
1
Onverminderd het derde lid wordt tot een bij ministeriële regeling bepaald tijdstip, dat voor verschillende groepen personen verschillend kan worden vastgesteld, onder gewezen zelfstandige in deze wet en de daarop berustende bepalingen mede verstaan: de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 1.10, onderdeel C, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel b, zoals dat luidde op die dag, werd aangemerkt als gewezen zelfstandige.
2
Onder gewezen zelfstandige in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan: de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 1.10, onderdeel C, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen werd aangemerkt als gewezen zelfstandige op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel b, en die op grond van artikel 3 van de Toeslagenwet geen recht heeft op grond van die wet.
3
Artikel 7 is niet van toepassing op de persoon die als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 1.18, onderdeel A, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen geen gewezen zelfstandige is en de echtgenoot van die persoon.
4
Op de persoon die op grond van het eerste of tweede lid als gewezen zelfstandige wordt aangemerkt en zijn echtgenoot blijven de artikelen 2, 5, derde lid, 5a, 6, en 8, derde lid, en de daarop berustende bepalingen zoals deze luidden op 28 december 2005 van toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •